Montessori: help mij het zelf te doen

18 april 2013 door Linda Beuvens

Een tijdje terug schreven we over het verschil tussen openbaar en bijzonder onderwijs, en toen beloofden we ook uit te leggen wat de verschillen zijn tussen onderwijsmethodes zoals Jenaplan en Dalton. Als eerste komt Montessori aan bod, waar iedereen wel van heeft gehoord maar waarvan lang niet iedereen precies weet wat het inhoudt.

‘Help mij het zelf te doen’. Deze uitspraak raakt de kern van het montessori-onderwijs. En is breed toepasbaar op de meeste kinderen, bij wie ‘zelf doen’ vaak eerder tot het vocabulaire behoort dan ‘papa’ of ‘mama’. Deze onderwijsmethode klinkt dan ook voor veel ouders als een logische manier om les te geven aan kinderen.

Gevoelige periodes

De methode gaat ervan uit dat ieder kind een intrinsieke drang heeft tot leren. Het kind maakt verschillende gevoelige periodes in de ontwikkeling door, waarin er een natuurlijke interesse is voor verschillende leergebieden. Educatie op maat dus; er is ruimte voor iedereen om zich op zijn of haar eigen tempo te ontwikkelen in de verschillende leergebieden.

In een Montessori-klas

Op papier lijkt de Montessori-methode een meer organische manier van leren, in vergelijking met regulier onderwijs waarin elk kind volgens hetzelfde schema de lesstof krijgt voorgeschoteld. Maar hoe werkt dit eigenlijk in de praktijk? Wat gebeurt er met je kind op het moment dat het – in eigen tempo – over de drempel van een Montessori-klaslokaal stapt?

Anneke van Ginkel, gepensioneerd en gepassioneerd Montessori-schooldirecteur, legt uit: ‘De kleuterklassen zijn fysiek niet anders. Groep 1 en 2 zitten samen in één lokaal. De indeling van de dag is wel anders. De kinderen kiezen ’s ochtends zelf hun werkje uit waarmee ze aan de slag gaan.’ Wat dat dan precies is, is afhankelijk van de gevoelige periode waarin het kind zit. Het kan een werkje zijn voor taal, cijfers of bijvoorbeeld afmetingen. Het materiaal dat gebruikt wordt, is speciaal ontwikkeld. Het is zintuiglijk en zelfcorrigerend: als het niet lukt, kan het kind zichzelf verbeteren en heeft het geen hulp nodig van de docent.

Samengevoegde groepen

In de middenbouw zit het kind met de groepen 3, 4 en 5 in één lokaal. ‘De ouderen stimuleren de jongeren. De kleintjes worden nieuwsgierig gemaakt door kinderen die al verder zijn. Dit is in tegenstelling tot regulier onderwijs, waar de kinderen juist vaak worden afgeremd door het vaste stramien van de behandeling van de lesstof’, vertelt Van Ginkel.

Toetsmomenten

Maar hoe worden de kinderen dan getoetst in bijvoorbeeld de bovenbouw, groepen 7 en 8, als ieder kind zich individueel ontwikkelt? In de laatste groep moet toch de keuze voor de middelbare school gemaakt worden en die wordt gebaseerd op een vastgesteld niveau: VMBO, HAVO of VWO. ‘Dat gebeurt net als in regulier onderwijs met de CITO-toets. Het lesmateriaal zorgt ervoor dat de kinderen prima voorbereid zijn op deze toets en behandelt ook de stof die in het reguliere onderwijs wordt onderwezen. En heel erg achterlopen kan een kind niet. De docent houdt dat in de gaten en zal het kind zo nodig stimuleren. Maar nooit pushen’, vertelt Van Ginkel.

Ruimte voor meer ontwikkeling

Van Ginkel, streng in de leer, betreurt wel de opgelegde toetscultuur ook in het huidige montessorionderwijs. Het strookt niet met de idee van Montessori. ‘Die toetsen zijn nergens voor nodig, het remt af. Montessori- docenten weten echt wel welk niveau een kind heeft.’ En dat is in de praktijk hetzelfde niveau als kinderen die regulier onderwijs volgen. Maar voor kinderen op een montessorischool bestaat de mogelijkheid om op een hoger niveau te komen, en daar is minder ruimte voor in het reguliere onderwijs, legt Van Ginkel jubelend uit.

Geschikt voor jouw kind?

Boze tongen beweren dat montessorionderwijs niet past bij heel drukke of beweeglijke kinderen. Van Ginkel heeft nog nooit problemen gehad. ‘Je kunt een kind altijd stimuleren. Montessorionderwijs is geschikt voor elk kind’, beslist ze. Maar het uiteindelijke besluit of het montessorionderwijs past bij een kind, ligt toch echt bij de ouders.

Terug naar blog

Stel de juiste
vragen om een
goede school te kiezen.

Geef aan wat voor jou belangrijk is en stel je persoonlijke vragenlijst op. Dit kost je een minuutje.

Maak je eigen vragenlijst